DE KOOLWIJK

WAAR MIJN OPA EN OMA WOONDEN.

 

DE KOOLWIJK

 

Tussen Herpen en Berghem ligt De Koolwijk, een plek waar mijn opa en oma hebben gewoond, de plek waar mijn vader is geboren. Vanuit dit gezichtspunt is het interessant hier iets meer over te weten te komen.

 

De Koolwijk is tegenwoordig een kern van de gemeente Oss in Noord-Brabant, dat ligt tussen Herpen en Berghem. Al is het maar een gehucht, toch wordt er onderscheid gemaakt tussen de Kleine Koolwijk en de Grote Koolwijk. De Kleine Koolwijk ligt ten oosten van Oss, dicht bij Berghem. De Grote Koolwijk ligt tegen Herpen aan, waar het zich van oudsher mee verbonden voelt (1). De Koolwijk ligt bij de straten: Koolwijksestraat, Berghemseweg en Hoefstraat. In 1840 waren er zo'n 33 huizen met 221 inwoners. In 2016 waren er volgens het BAG (basisregistratie Adressen en Gebouwen) 60 huizen en 150 inwoners.

Afbeelding 1: Op deze kaart van Hendrik Verhees staat de Coelbeeck vermeld als Berchemse Seeg.

In de volksmond is de Koolwijk "de Kôlluk". Tot 1941 hoorde de Koolwijk bij Herpen, daarna werd het bij de gemeente Ravenstein gevoegd en sinds 2003 behoort het tot de gemeente Oss.

De naam komt van Koelbeek of Coelbeeck, wat een koele, heldere beek was, die vanaf de hogere heidegronden bij Herpen en Schaijk naar de lagere gronden bij de Beerse Maas liep (2). Voor 1600 ontsprong de beek in de Peel ten noordoosten van Boekel. De beek is er geweest tot het midden van de twintigste eeuw. "Kool " komt dus van de Coelbeeck, maar "wijk" verwijst naar de lange straat waar veel boerderijen stonden.

Afbeelding 2: De Coelbeeck stroomt naar het dorp Koolwijk (ca. 1960) Stichting Herpen in woord en beeld: de Koolwijk. Een parel in Brabant (2011)

Afbeelding 3: De Koolwijk.

Afbeelding 4: Oud zwembad aan de Hertogs-wetering.

Ten zuiden van de Koolwijk ligt een dekzandrug, waar natuurgebied "Herperduin" op ligt. Ten noorden ligt een rivierkleigebied, wat met de Beerse Maas te maken heeft. Hier doorheen loopt de Hertogswetering. Als kind heb ik in het natuur zwembad, dat in de Hertogswetering was, leren zwemmen.

Op de Konijntjesberg, een heuvel van 17 meter hoog, aan de rand van het bos bevindt zich een oude brandweertoren uit 1955. Het is de hoogste houten toren uit één stuk in Nederland (3). Tot in de jaren tachtig is hij gebruikt als brandweertoren. Nu wordt hij benut als vogelwaarnemings-post onder de naam "Havik". De uitkijk-toren is ongeveer 22 meter hoog.

Afbeelding 5: De oude brandtoren, nu "de Havik".

Afbeelding 6 : Berghemseweg 17

Afbeelding 7 : Hoefstraat 3.

De Koolwijk heeft twee gemeentelijke monumenten: De boerderijen Berghemseweg 17 en Hoefstraat 3.

De kunstenaar Geert Castenmiller vervaardigde in opdracht van "Stichting Herpen in Woord en Beeld" een kunstwerk "De Kôlluk in Beeld" , dat tijdens het Sint Annafeest in 2007 door de toenmalige burgemeester Driever van Oss werd onthuld. Het staat op de hoek van de oude en nieuwe Koolwijksestraat tegenover de Annakapel. Het is een eerbetoon aan de gemeenschap van de Koolwijk.

In 2011 heeft de Stichting Herpen in Woord en Beeld een boek uitgebracht "De Koolwijk. Een parel in Brabant". Het is prachtig boek met 160 pagina's over de geschiedenis van de buurtschap, de kapel en de toenmalige bewoners, alles voorzien van mooie foto's.

Afbeelding 8: Kunstwerk "De Kôlluk in Beeld" van G. Castenmiller.

Afbeelding 9: Het boek "De Koolwijk. Een parel in Brabant."

Eeuwenlang is de Koolwijk een gebied van landbouw en veeteelt geweest, maar tegenwoordig zijn er nog maar enkele boeren. Er zijn wel allerlei nevenactiviteiten, zoals een manege, boerengolf en allerlei outdoor activiteiten.

 

De geschiedenis van de Koolwijk is nauw verbonden met de Sint Annakapel. Elk jaar is er op 26 juli en de zondag erna het Sint Annafeest, waar meer dan duizend bezoekers naar toe komen. Ook ik ben er als kind regelmatig met mijn ouders geweest.

Wie was deze Anna? Ze wordt genoemd in een bijbelgeschrift uit de tweede eeuw na Christus, ook wel het proto-evangelie van Jacobus genoemd. Dit evangelie wordt niet officieel door de kerk erkend en is daarom niet in de bijbel opgenomen. Anna wordt hierin als moeder van Maria genoemd. Er is eigenlijk maar weinig over haar bekend. Anna kreeg haar kind pas op latere leeftijd en daardoor is zij beschermvrouwe van onvruchtbare en zwangere vrouwen geworden.

Afbeelding 10 : Sint Annakapel.

Afbeelding11 : Anna te drieënbeeld en plaquette.

Afbeelding 12: Het beeld "Anna te Drieën" (ca. 1490)

Luther veroordeelde de Annacultus, maar de paus stelde het feest van Anna in 1584 verplicht. Anna wordt vaak samen met Maria en het kindje Jezus afgebeeld (St. Anna-te-drieën of Annatrits). De traditie van het Sint Annafeest gaat terug tot begin 1500. Er stond toen al een klein kapelletje.

Er is een beeldje uit omstreeks 1490 van Anna te Drieën. Het laatgotisch Anna-te-Drieënbeeld is 90 cm hoog en van gepolychromeerd hout. Het is mogelijk in West-Gelre (het tegenwoordige Noord-Limburg) vervaardigd. Anna en Maria zijn naast elkaar op een bank gezeten. Anna (rechts), met sluier , houdt in haar handen een druiventros en op haar schoot ligt een geopend boek. Maria (links), gekroond, draagt op haar rechterarm het naakte Christuskind, dat zijn handjes uitstrekt naar de druiventros. Na de Tweede Wereldoorlog verbleef het beeld enige jaren in de parochiekerk van Herpen (tenminste tot 1961). Dit beeld is het oorspronkelijke cultusbeeld van Koolwijk. Een kopie is te zien in de buitennis in de oostelijke koorsluiting. Daaronder is in 1960 een memoriesteen ingemetseld. De tekst op de steen luidt: Op Zondag na 26 Juli van het jaar 1960 werd in deze eeuwenoude Sint Annakapel op de Koolwijk onder Herpen deze steen aangebracht en gezegend. De Deken van Oss deed dit samen met de Pastoor van Herpen en de Kapelmeesters ter blijvende herinnering aan de Osse Pastoors Septius, van Aelst en van Lent die van ca. 1640 tot 1672 van uit deze kapel de zielzorg voor hun parochianen uitoefenden // 1520 // 1960.

Sinds de 19e eeuw is de devotie steeds meer gericht op het beeld van Anna met Maria. Het gaat om een eenvoudig neobarok beeld van Anna die Maria onderwijst (hoogte ca. 1,40 m) van gepolychromeerd hout uit de eerste helft van de 19e eeuw. Het staat in de zuidzijde van het schip, tegen de meest oostelijke zuil. Anna, staande houdt haar linkerhand op de schouder van Maria, die rechts voor haar staat, gekleed in een tunica. Met haar rechterhand wijst Anna in het opengeslagen boek, dat Maria op haar linkerhand houdt.

 

De eerste vermelding van de kapel is in 1520 in een kerkelijk beneficieregister van het prinsdom Luik als "Capella S. Annae in Coelbeeck".

In de zeventiende eeuw was Brabant onderdeel van het protestante noorden, maar uitgezonderd het land van Ravenstein, waaronder Herpen en de Koolwijk vielen. Het kapelletje op de Koolwijk was voor de katholieken uit Berghem en Oss vanaf 1629 tot 1672 een toevluchtsoord om aan hun geloof vast te houden, want het lag op de grens.

De bedevaart zal ongetwijfeld een stimulans hebben ondervonden toen men in de 18e eeuw een reliek van de H. Anna verwierf . De kerk bezit een ovale theca met reliek van St. Anna, centraal geplaatst in een zilveren reliekhouder uit de 18e eeuw, in de vorm van een barokke monstrans.

Op 15 mei 1801 gaf Paus Pius VII een aflaat bul uit. Pelgrims, die op 26 juli of in de week erna naar de kapel van de Koolwijk kwamen , kregen een volle aflaat.(4)

Capucijners uit Velp hielden er in de openlucht preken. Op het feest werden er wel vijf missen gehouden. Voor jongelui is het feest een goede huwelijksmarkt. Ook werd Anna aangeroepen door vrouwen die moeilijk kinderen konden krijgen. Bejaarden riepen haar aan voor een gezegende oude dag, echtparen vroegen haar om hulp voor een harmonisch huwelijk. Vrouwen, die ongehuwd waren, vroegen om een echtgenoot: "Sint Anneke, Sint Anneke, geef me toch 'n manneke"

Voordat de Koolwijkseweg werd rechtgetrokken stond er ten westen van de kapel een langevelboerderij met café. Aan de zuidkant ligt het kapelveld.

Was het aanvankelijk een kleine éénbeukige kapel, in de zeventiende eeuw kreeg het een toren en werd het vergroot. In 1820 werd de kapel opnieuw aangepakt. Er kwamen zijbeuken. In 1936 volgde een flinke verbouwing, waarbij de muren opnieuw werden opgetrokken, de toren verhoogd en een sacristie toegevoegd. In zijn huidige gedaante betreft het een eenvoudige bakstenen  kapel met pannendak, driezijdige koorsluiting en een lage ingebouwde toren met open dakruiter. De kapel heeft een neoclassicistische inrichting. Inwendig is de situatie die na de vergroting van 1820 ontstond, bewaard gebleven: een neoclassicistische ruimte, door tweemaal vier dikke Toscaanse zuilen verdeeld in een schip en twee smalle zijbeuken. Boven de zijbeuken zijn vlakke stucplafonds; boven het schip is een tongewelf in stuc. Het schip heeft aan het oosteinde een halfronde absis.

Afbeelding 13: Kapel van Sint Anna omstreeks 1920. Bron: Stichting Herpen in woord en beeld: De Koolwijk een parel in Brabant (2011).

De kapel is in 1965 aangewezen als rijksmonument.

Na de Tweede Wereldoorlog liepen de bedevaarten terug. Daarom richtte de Herpense pastoor Van Vught rond 1957 een fonds op om de Annadevotie te bevorderen: de vereniging "Vrienden van St. Anna." De Annakapel is ook zeer geliefd als trouw- en doopkapel. (5)

Sinds 1969 is er een bewegende kerststal in de Sint Annakapel van de Koolwijk. De voormalige koster Harrie den Brok (een oom van mij) heeft deze gemaakt en in 1969 voor het eerst opgesteld. Het is vervaardigd uit overwegend afgedankt materiaal: oude rolschaatsen, fietsonderdelen, speelgoedauto's, en zelfs onderdelen uit een neergestort vliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog. De beelden zijn grotendeels gemaakt van houtsnijwerk en tussen de 30 en 60 centimeter hoog.

Ze bewegen bijna allemaal op een of andere manier: het kindje Jezus ligt te spartelen in zijn kribbe, de herders lopen rondjes, en een koning knielt. Het geheel wordt omringd met allerlei figuren en dieren die rondjes maken en geld inzamelen voor de kapel. Tegenwoordig wordt de kerststal verzorgd en opgebouwd door mensen van buurtvereniging De Kôlluk. Elk jaar trekt het veel bekijks.

Afbeelding 14: De bewegende kerststal van Harrie den Brok.

Leen (71), de dochter van Harie vertelt in een interview (6): "Die prettige feestdagen rond kerst richting jaarwisseling, nee, die vond ik als jong mèske en dochter van kerststalbouwer Harrie eigenlijk helemaal niet zo leuk. Dan hadden we helemaal niks aan ons pap; we telden gewoonweg niet mee. Hij was alleen maar in de Annakapel te vinden, bij zijn bewegende kerststal. Ons moeder stond er die weken feitelijk helemaal alleen voor....En eerlijk gezegd, wij kinderen van koster Harrie vonden die beeldjes eigenlijk niet eens zo mooi. Maar goed, dat ambachtelijke houtsnijwerk en ook het houtdraaien waren zijn hobby: daar ging hij helemaal in op. Mooi dus dat tot op de dag van vandaag kinderen hun ogen uitkijken als ze zijn kerststal zien bewegen.....Zoiets kan ik ook maken, was zijn reactie nadat hij eens met een vriend in de regio kerststallen was wezen bekijken...

Nou, da’s ook gebleken. Zeker tien jaar lang werkte ons pap met tussenpozen aan zijn bewegende kerststal. Hij verzamelde alles wat-ie enigszins kon gebruiken: van fietswielen tot mecano-dozen en jaarlijks bouwde hij z’n stal mee op.”

Tegenwoordig wordt de kerststal door de buurtbewoners opgebouwd.

 

MIJN OPA EN OMA

 

In de Hoefstraat op de Kleine Koolwijk hebben mijn opa en oma gewoond.

Mijn grootvader Willem den Brok, naar wie ik vernoemd ben, werd op de Kleine Koolwijk geboren op 12 juni 1881 als tiende zoon van een gezin van elf. (7) Zijn ouders waren Lambertus den Brok en Henrica van de Mosselaar.

 

Afbeelding 15: Lambertus den Brok

Afbeelding 16: Henrica van de Mosselaar

Afbeelding 17: Willem den Brok.

Afbeelding 18: Lentje den Brok.

Willem was arbeider en landbouwer. Hij trouwde te Berghem op zijn vierentwintigste met Lentje (Helena) den Brok. Dat was 7 oktober 1905. Lentje den Brok was een dochter van Sijmen den Brok en Cornelia van der Venne.

Ze gingen wonen op de Kleine Koolwijkse straat in Herpen vlak bij de bossen en de hei in een klein wat vervallen huisje. In het huisje was een grote herd, maar zonder kachel of fornuis. Er was een open vuur onder een schoorsteen, waar gekookt moest worden. Er waren geen slaapvertrekken, wel was er een bedstee. Met de komst van de kinderen werden er slaapplekken gemaakt achter een gordijn of op de geut onder het dak. Er werd geslapen op een soort stromatrassen met soms wel vier kinderen tegelijk.

Een nicht van Lentje, Lien van Uden, heeft bijna alle kinderen mee ter wereld gebracht. 

Pas  vier jaar na het trouwen werd het eerste kind geboren. Dat was Harrie in de lente van 1909. Een zomer later kwam Sien en weer anderhalf jaar later Albert in januari 1912. Het jaar daarop verscheen Kee en iets meer dan een jaar later werd mijn vader Piet geboren op 7 juni 1914. Opnieuw met iets meer als een jaar er tussen kwam Mien. Daarop weer een jaar later kwam Cornelis. Vervolgens werd in maart 1918 Wim geboren. Grad kwam weer ander half jaar later. Jan kwam in november 1920. Het gezin kreeg een tegenslag te verduren toen Cornelis, vier jaar oud overleed. Moeder Lentje was al in verwachting en toen het kind in oktober werd geboren, werd het niet voor niets Cor genoemd.

Met Wimke was een probleem. Hij had de Engelse ziekte gehad en wilde niet meer lopen. Hij bleef maar rondkruipen. Met de hulp van de grote kinderen werd er net zo lang aan de hand mee rondgesjouwd tot Wimke het zat was en zelf wilde lopen.

Het was al met al een grote  drukte in huis met al die kinderen. Gegeten werd er aan een grote tafel. Iedereen zat naast elkaar op zelfgemaakte banken en op tafel stond een grote pan. Treuzelen was er niet bij, want dan kon je honger lijden. Veel geld was er niet. Kleding werd hersteld en door de volgende verder afgedragen. Toch kregen de ouderen traktement: een dubbeltje per week.

Willem en Lentje waren erg gelovig. Bidden voor en na het eten, regelmatig naar de kerk, iedere week biechten en 's avonds samen het rozenhoedje bidden.

Elke dag werd er naar school gelopen. Dat duurde bijna een uur. Uit een soort armoede werden de meisjes ondergebracht bij de nonnen in Herpen. De jongens mochten overdag eten bij de nonnen, maar moesten thuis wel hard werken. Elk jaar werd er een stuk land bijgewonnen door een stukje bos om te hakken en meters diep om te zetten.

Vader  Willem werkte hard. Veel seizoenen ging hij maaien in Holland en Duitsland. Op de boerderij zelf was ook genoeg werk: de varkens en de kippen voeren, koeien melken en werken op het land. Voor de kar en de ploeg had hij geen paard, maar een os.

Wel was hij de eerste en enige in de omgeving die een mechanische broedmachine had, die eieren uitbroedde, waardoor hij  een flink kippenfokbedrijf opbouwde.

Ondertussen was het huisje veel te klein geworden voor het zich steeds uitbreidende gezin. Dus besloot vader om zelf een nieuw huis te bouwen. Af en toe hielp iemand, maar bijna alles deed hij zelf: deuren en kozijnen maken, grond uitgraven, timmeren en muren metselen. Elke dag werd er na het werk op de boerderij tot 's avonds laat aan het nieuwe huis gewerkt.

Ondertussen was Cor al geboren. In 1923 was het huis af. Lentje was ondertussen bevallen van Leo, maar die overleed na 8 maanden al. Ook het volgende kind, dat enkele maanden na Leo's dood kwam en ook Leo heette, leefde maar drie maanden. Vader was uitgeput van het vele werken en door een verwaarloosde longontsteking werd hij ziek. Hij kreeg de gevreesde ziekte TBC. Vaak bleef hij buiten achter het huis in een tent. (8) Hij at apart aan een tafeltje. Soms ging hij wandelen met zijn hond Nero. Echt hersteld is hij nooit meer. Hij bleef ziek en zwak.

Alles leek tegen te zitten, want Gradje werd ook erg ziek: een zware longontsteking met griep. Het ging niet goed. Iedereen moest stil zijn. De dokter kwam en zei, dat de pastoor of kapelaan moest komen en dat iedereen afscheid van Gradje moest nemen. Moeder had een beeld van de Heilige Gerardus. Ze begon tot hem te bidden. Daarna wikkelde ze het beeld in doeken en legde het aan de voeten van Gradje, die zei: "Waarom krijg ik weer een kruik?" Moeder antwoordde:" Het is de heilige Gerardus. Wij hopen en bidden dat die je zal genezen." Maar Gradje zei daarop: "Waarom begint hij dan bij mijn voeten, als hij bij mijn zieke longen moet wezen?" Gelukkig herstelde Gradje en na een maand of wat was hij weer het oude ondeugende ventje. Gradje hield van grappen, plagen en kattenkwaad uithalen. Wekelijks ging hij wel een keer over vaders knie voor een pak billenkoek.

Zo ging hij op een dag met vriendje Frans van den Berg naar de Konijneberg. De anderen mochten niet mee. Wim en Piet wisten dat Gradje wat ging uitspoken. En ja hoor, ze zagen plotseling rook in de verte. Ze gingen snel naar vaders tent en riepen: De hei staat in brand. Met een schop gingen ze naar de hei en zagen daar Gradje met zijn vriend. Ze probeerden met takken de vlammen uit te slaan. Gradje vertelde: "Vader, we kwamen net te laat. Een dikke jongen en een lange hebben het gedaan. We konden ze jammer genoeg niet vangen." Door de rook kwam al snel de boswachter met helpers. Na uren was de brand geblust. De politie kwam later en zei: "De complimenten van onze burgemeester. Hier is een zilveren knaak voor Gradje en ook een voor zijn vriend." Ook vader kreeg een extra bedrag voor het redden van de staatsbossen. Wat waren Piet, Jan, Cor en Wim jaloers, maar verraden deden ze Gradje niet.

Toontje was geboren in de herfst van 1926. Hij was een huilebalk volgens Piet. Ook met hem gebeurde er wel eens wat. Zo stond hij op een mooie dag buiten in de box, toen er een kuikentje de box in liep. Hij greep het beestje en kneep het dood. Toen kwam de moederkloek en begon Toontje te pikken, zodat deze een keel op zette. Een andere keer, toen Toontje al rond kon lopen, was hij plotseling verdwenen. Iedereen moest zoeken, maar hij was nergens te vinden. Uiteindelijk bleek, dat hij in de varkensstal tussen de zes varkens lag te slapen.

Ondertussen was Sien al naar het klooster gegaan om non te worden. Een paar jaar later volgde Kee.

Moeder Lentje  had ondertussen al drie keer een miskraam gehad en stond nu weer op het punt te bevallen. Nicht Lien van Uden, die alle kinderen mee op de wereld had gebracht, zag dat het niet goed ging. Ze stuurde Piet op de fiets naar dokter Sluiters in Ravenstein. Gelukkig kwam alles op zijn pootjes terecht en werd Anneke geboren. De dokter had Anneke wel een nooddoop gegeven. Ook Albert ging het klooster in om broeder te worden. Vader bleef ziek. Piet kreeg uitstel van militaire dienst om op de boerderij te helpen, maar moest in 1935 toch in dienst. Ook Wim daarna ging het klooster in. Het werk op de boerderij werd vooral door Cor gedaan.

Vader Willem was een van de eerste in Herpen, die een radio had. Die radio werkte toen op een hele grote batterij en accu. Hij luisterde regelmatig naar het gebral van ene Adolf Hitler. In 1935 voorspelde Willem, dat er beslist oorlog zou komen.

Afbeelding 19: De radio van Willem (bijna 100 jaar oud),  nog in het bezit van Marie-José den Brok.

Afbeelding 20: Voor het huis op de Koolwijk, 25 jaar getrouwd. Van links naar rechts: Mien, Wim, Grad, vader Willem, Toon, Jan, Anneke, moeder Helena, Cor, Piet en Harry den Brok (1930)

Afbeelding 21: Voor de kerk van Veghel in 1932 op het professiefeest van Zr. Hermino. Van links naar rechts: Grad, Piet, Wim, Harry, Kee (Zr. Nicasia), vader Willem, Toon, Sien (Zr. Hermino), moeder Helena, Albert (Br. Blasius), Jan, Mien, Anneke en Cor den Brok.

Afbeelding 22: De kinderen in Veghel bij de professie van Nicasia in 1934. Van links naar rechts: Anneke, Toon, Cor, Jan, Grad, Wim, Mien, Piet, Zr. Nicasia (Kee), Br. Blasius (Albert), Zr. Hermino (Sien) en Harry.

Afbeelding 23: In Den Bosch bij de professie van Zr. Nicasia II (Mien den Brok). Zittend van links naar rechts: Gerard, Br. Blasius (Albert), Helena den Brok, Br. Sebastianus (Wim) en Br. Wilhelmus (Jan). Staand van links naar rechts: Toon, Anneke, Anna den Brok-Roefs, waarschijnlijk met Willemijn in de armen, Harry den Brok, Lena den Brok-Boeijen, Piet en Cor den Brok. (1946)

Afbeelding 24: Tekening van de boerderij van Willem den Brok en Helena den Brok op de Kleine Koolwijk in Herpen, tegenwoordig Hoefstraat. Willem den Brok heeft de boerderij in 1923 gebouwd. Twintig jaar later in 1943 is ze grotendeels afgebrand. De tekening is gemaakt door Cor den Brok (van de Koolwijk).

Afbeelding 25: Grond die in 1937 in bezit was, met het jaartal dat het geerfd of gekocht was.

Afbeelding 26: Willem ziek in een tent.

Willem stierf in 1937 op de leeftijd van 56 jaar.

Na de dood van Willem werd het boerenbedrijf eerst gerund door Piet , Gerard, Jan en Cor met moeder aan het hoofd. Later nam Cor het alleen voor zijn rekening.

De boerderij, waar Willem zo hard aan gewerkt had, brandde tijdens de oorlog in 1943 grotendeels af. Lentje overleed 9 januari 1973 te Herpen.

Het was een uitzonderlijke christelijke sfeer waarin het gezin werd opgevoed: veel bidden, veel naar de kerk, hard werken, geen praatjes en een zorgvuldige bewaking van slechte invloeden van buitenaf. Pastoor en kapelaan waren kind aan huis.

Naast het diepe en sterke geloof speelde misschien ook de armoe een rol bij het bijzondere feit, dat bijna alle kinderen, elf van de twaalf, voor kortere of langere tijd in het klooster verbleven. Vier vrouwen en één man verlieten het klooster uiteindelijk niet.

Willem en Lentje kregen  maar liefst vijftien kinderen.

 

Vanwege de bijzondere (katholieke) opvoeding, wat meer over de verschillende kinderen:

 

Harrie (Hendrikus Lambertus werd op 7 maart 1909 geboren. Hij mocht op kosten van kapelaan Liebrechts naar het seminarie te Cadier en Keer bij de paters van de Afrikaanse Missiën.  Hij trouwde 14 april 1944 met Anna (Johanna Petronella) Roefs. Hij was timmerman en later ook koster in de Sint Annakapel op de Koolwijk. Hij had voor de kapel de hiervoor al besproken kerststal gemaakt. Hij heeft altijd op de Koolwijk gewoond. Hij overleed 16 januari 2000.

 

Sien (Francina Cornelia) werd 23 augustus 1910 geboren. Zij ging, amper 16 naar Veghel het klooster in en werd zuster Hermino. Ze is 80 jaar lid van de Congregatie van de Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods te Veghel geweest. Ze was Overste geweest, maar later werkte ze ook nog een periode op de pastorie van Loosbroek. Ze overleed 9 oktober 2007.

 

Albert (Albertus Hendrikus) werd 24 januari 1912 geboren. Hij ging naar Uden en  werd broeder Blasius bij de Societas Verbi Divini, vierde er nog het zilveren professiefeest in 1957, maar trad uit en trouwde 24 april 1964 met Toos (Catharina Arnoldina Adriana) van Lit. Hij werkte als portier in het Sint jozefziekenhuis in Eindhoven. Hij overleed 8 februari 1991 te Valkenswaard.

 

Kee (Cornelia Francina) werd 11 maart 1913 geboren en trad als zeventienjarige in het klooster als Zuster Nicasia. Op de Klokkenberg (Breda) vierde ze haar 25-jarig jubileum. Later ging ze naar Veghel. Ze was er kok. Ze overleed 15 juli 2012 te Veghel.

 

Piet (Petrus Johannes), mijn vader, werd 7 juni 1914 geboren.  Ook hij ging voor korte tijd in het klooster en was er broeder Hyacint. Hij trouwde 3 juli 1947 met Lena (Helena Johanna) Boeijen. Hij ging in Ravenstein wonen en begon een juwelierszaak. Hij overleed 2 september 1995 te Veghel.

Afbeelding 27: Harrie en Anna

 

          Afbeelding 28: Albert en Toos.

                  Afbeelding 29: Piet 1935

Mien (Wilhelmina Maria) werd 14 september 1915 geboren, trad in het klooster bij de Congregatie "Dochters van Maria en Jozef", eerst in Beverwijk en later in Nuland bij  de Zusters van de Choorstraat  als zuster Nicasia (II). Ze overleed 8 februari 1995.

 

 

Afbeelding 30: Tekening van de boerderij rond 1929 met bijenkasten van Piet.

                       Afbeelding 31: Piet en Lena

Cornelis Wilhelmus werd 28 november 1916 geboren en overleed als vierjarige op 29 mei 1921.

 

Wim (Wilhelmus Theodorus) werd 10 maart 1918 geboren en werd broeder Sebastianus bij de SVD in Teteringen. Hij was kok.  Op 29 mei 1996 overleed hij.

 

Grad (Gerardus Sebastianus) werd op 1 september 1919 geboren. Ook hij ging het klooster in en werd broeder Reginaldus. Later trouwde hij op 4 augustus 1959 met Leonie (Leonarda Elisabeth Catharina Bierkens. Hij was koster in Eindhoven. Hij overleed 16 juni 1996 te Eindhoven.

 

Jan (Johannes Leonardus) werd 2 november 1920 geboren. Hij ging het klooster in en was er kok. Als broedermissionaris ging hij naar Indonesië (Flores en Soerabaja), maar trouwde daar 2 februari 1964 te Soerabaja met Kelly (Lidwina Sitie) Soemiati Soekari. Een tijd lang heeft hij als kapitein goederen van het ene klooster naar het andere verscheept. Hij kwam terug naar Nederland en werd klokkenmaker, eerst bij broer Piet en later als zelfstandige in Oss. Hij overleed 1 november 2008 .

 

Cor (Cornelus Leonardus) werd 12 oktober 1921 geboren. Hij trouwde 11 januari 1950 met Jo (Johanna Maria) Vogels. Hij was landbouwer en is op de ouderlijke boerderij blijven wonen. Als boer was hij vooruitstrevend, want als eerste in de buurt had hij een tractor, een beregeningsinstallatie en een melkmachine. Hij overleed 15 oktober 2010.

 

Leonardus Hendrikus werd 2 september 1923 geboren, maar overleed het jaar daarop op 8 mei 1924.

 

Leonardus Hendrikus werd 25 oktober 1924 geboren en overleed 8 februari 1925.

 

Toon (Antonius Franciscus werd 17 november 1926 geboren. Hij ging naar het seminarie in Teteringen, maar zag dat uiteindelijk niet zitten. Hij trouwde 14 december 1959 met Addy (Adriana Christina Maria) Loonen. Hij was geschiedenis leraar in Venray. Hij overleed 11 juni 2006 in Boxmeer.

 

Anneke (Anna Maria Theresia) werd 30 april 1930 geboren. Zij ging het klooster in als Zuster Galena. Ze was handwerklerares en overste in Reek.

        Afbeelding 32: Wim (Broeder 

        Sebastianus)

              Afbeelding 33: Gerard 1932

         Afbeelding 34. Gerard en Leonie

                      Afbeelding 35: Jan

                         Afbeelding 36: Cor.

Afbeelding 37: Cor en Jo.

Afbeelding 38: Toon.

Afbeelding 39: Toon en Addy.

Afbeelding 40: Anneke.

Afbeelding 41: De familie in 1987. V.l.n.r.: Boven: Cor, Piet, Leonie, Jo, Toon, Zr. Galena (anneke), Addy, Kelly, Gerard, Lena, Jan. Onder: Br. Sebastianus (Wim), Zr. Nicasia (Kee), Harrie, Anna, Zr. Hermino (Sien) en Zr. Nicasia II (Mien).

 

 

                                                Afbeelding 42: Grafsteen

Afbeelding 43: Bidprentje Willem den Brok.

Afbeelding 44: Bidprentje Lentje den Brok.

 

 

Bronnen:

1. Wikipedia: De koolwijk.

2. Heemkundekring Land van Ravenstein.

3. Brabants Dagblad, 22-02-2002

4. Wikipedia: Een aflaat is de kwijtschelding voor God van tijdelijke straffen voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds

      vergeven werden. Volgens de Katholieke leer moet elke zondaar namelijk een straf ondergaan voor zijn zonden, om de

      ziel te zuiveren en de morele orde en de eer van God te herstellen.

5. Wikipedia: Sint Annakapel.

6. De Gelderlander 17-12-2019 Mari van Rossem

7. Info data en afbeelding 23 en 24 van website Bas den Brok: stamboom den Brok : www. denbrok.ch/genealogie/

8. Website : Voorouders. Genealogie door Willem den Brok. Zie: de vooroudergeschiedenis van Willem den Brok.

 

Willem den Brok, januari 2021.

Bijgewerkt tot mei 2023.

 

Wil je terug naar de homesite, klik dan op: Voorouders. Genealogie door Willem den Brok.

 

                                                                            ===============================